-
1 énorme
énorme [eenorm]1 enorm ⇒ geweldig, ontzettend♦voorbeelden:énorme majorité • overweldigende meerderheidc'est énorme • het is ongehoordil a reconnu ses fautes, c'est déjà énorme • hij heeft zijn fouten toegegeven, dat is al heel waténormément de • ontzettend veeladj1) geweldig, ontzettend2) enorm (groot), gigantisch -
2 awful
-
3 lots and lots
-
4 monde
monde [mõd]〈m.〉1 wereld ⇒ heelal, kosmos2 wereld ⇒ aardbol, planeet♦voorbeelden:il y a un monde entre les deux frères • er is een hemelsbreed verschil tussen de twee broersc'est un monde! • dat is kras!c'est un monde que ce travail • dit is een buitengewoon veelomvattend werkl'autre monde • het hiernamaalsde l'autre monde • van het hiernamaals, uit een ver verleden, uit het jaar nulavoir des idées de l'autre monde • er ouderwetse ideeën op na houdendans le monde entier • in, over de hele wereldcourir le monde • veel reizenil n'est plus de ce monde • hij is heengegaanexpédier, envoyer qn. dans l'autre monde • iemand naar de andere wereld helpenpasser dans l'autre monde • stervenainsi va le monde • zo gaat het in de werelddu train où va le monde • als de dingen zo doorgaanfaire, donner tout au monde pour • er alles voor over hebben omje ne le ferais pour rien au monde • ik zou dat voor geen geld doenmettre un enfant au monde • een kind ter wereld brengenvenir au monde • ter wereld komenêtre seul au monde • alleen op de wereld staande par le monde • overal ter wereldc'est le meilleur homme du monde • het is een bovenste beste manêtre le mieux du monde avec qn. • op zeer goede voet met iemand staantu es fâché? pas le moins du monde • ben je boos? niet in het minstdepuis que le monde est monde • sinds mensenheugenis→ tourle monde antique • de Oudheidle grand monde • de hoogste kringenêtre du même monde • uit hetzelfde milieu komenle petit monde • de kinderenc'est le monde renversé, à l'envers • dat is de omgekeerde wereldle tiers monde • de derde wereldmourir au monde • de wereld verzakenquitter le monde • in het klooster gaanvivre dans le monde • midden in de wereld staan4 le beau monde • de uitgaande wereld, de grote wereldle monde est méchant • de mensen zijn slechttout le monde • iedereenil y a un monde fou • er zijn ontzettend veel mensenconnaître son monde • zijn pappenheimers kennenc'est se moquer du monde • dat is wel heel brutaal¶ (pas) le moins du monde • in het minst niet, allerminstm1) wereld2) mensen -
5 a heck of a lot
-
6 an awful lot
-
7 heck
interj. verdorie![ hek]♦voorbeelden:1 what the heck are you doing here? • wat doe jij hier voor de donder?a heck of a lot • ontzettend veelheck! • verdorie!, verdraaid! -
8 lot
n. Lot (figuur uit de bijbel,neef van abraham)[ lot]2 kavel ⇒ perceel, partij, (veiling)nummer♦voorbeelden:→ bad bad/II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 groep ⇒ aantal dingen/mensen, een hoop, een heleboel♦voorbeelden:1 lots and lots • ontzettend veel, hopena lot of books/lots of books • een heleboel boekenthat's the lot • dat is allesthings have changed a lot • er is nogal wat veranderd -
9 LUWAMH
ik heb je lief met mijn gehele hart, ik hou ontzettend veel van je (afk. op internet)LUWAMH (Love You With All My Heart) -
10 concierge
concierge [kõsjerzĵ]〈m. & v.〉1 conciërge ⇒ huisbewaarder, -ster, portier(ster)♦voorbeelden:être bavard comme une concierge • ontzettend veel kletsenm/f1) conciërge2) huisbewaarder/-dster, portier/-rster -
11 mal
mal1 [maal],maux [moo]〈m.〉1 (het) kwade ⇒ schade, zonde2 pijn4 moeite♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 de deux maux, il faut choisir le moindre • men moet van twee kwaden het minste kiezendire du mal des autres • kwaadsprekenle mal est fait • het kwaad is geschiedfaire du mal à qn. • iemand kwaad doenrendre le mal pour le mal • kwaad met kwaad vergeldenje n'y vois aucun mal • ik zie daar niets slechts inne vouloir de mal à personne • niemand een kwaad hart toedragenmettre à mal • aftuigen, mishandelen 〈 ook figuurlijk〉le mal est que • het ongeluk, vervelende is dat→ oeilavoir mal au coeur • misselijk zijnmal de coeur • misselijkheidça me fait mal au coeur de les entendre • ik vind het sneu als ik ze zo hooravoir mal aux dents • kiespijn hebbenun mal de gorge • keelpijnmaux de reins • rugpijnmal blanc • fijtêtre dur au mal • tegen pijn, een stootje kunnenil n'y a pas de mal • het hindert nietil a eu plus de peur que de mal • hij is met de schrik vrijgekomenmal de mer • zeeziekte〈 spreekwoord〉 aux grands maux les grands remèdes • voor een harde knoest moet een harde beitel zijnprendre mal • ziek worden¶ être en mal de qc. • grote behoefte hebben aan iets, gebrek hebben aan iets————————mal2 [maal]1 slecht ⇒ kwaad, kwaad-♦voorbeelden:c'est pas mal! • dat is niet gek!il, elle n'est pas mal • hij, zij ziet er niet onaardig uitfaire qc. de mal • iets slechts doen→ an————————mal3 [maal]〈 bijwoord〉1 slecht ⇒ verkeerd, niet goed♦voorbeelden:mal à propos • te onpasenfant mal élevé • ongemanierd kindon est mal dans cette voiture • deze wagen zit ongemakkelijkêtre mal vu de qn. • slecht aangeschreven staan bij iemandle prendre (en) bien, mal • het goed, verkeerd opnemens'y prendre mal • 't onhandig, slecht aanpakkença tombe mal • het komt niet goed uittu tombes mal • je treft het slechttourner mal • 't verkeerde pad opgaan; slecht aflopense trouver, se sentir mal • onwel worden, een flauwte krijgenil va très mal • 't gaat hem erg slechtce tableau ferait pas mal sur le mur • dit schilderij zou het goed doen op de muurelle ne s'en est pas mal tirée • ze heeft er zich aardig uit geredil y a pas mal de monde • er zijn heel wat mensença va? pas trop mal! • gaat het? best!être au plus mal • heel erg ziek zijnêtre au plus mal avec qn. • op slechte voet staan met iemandde mal en pis • van kwaad tot erger1. m1) (het) kwade, schade2) pijn3) ziekte4) moeite2. adjslecht, kwaad3. advslecht, verkeerd -
12 il y a un monde fou
il y a un monde fou -
13 se donner un mal de chien
se donner un mal de chienDictionnaire français-néerlandais > se donner un mal de chien
-
14 énormément de
énormément de -
15 être bavard comme une concierge
être bavard comme une conciergeDictionnaire français-néerlandais > être bavard comme une concierge
-
16 Sand
〈m.; Sand(e)s, Sande of Sände〉♦voorbeelden:im Sand(e) verlaufen • op niets uitlopenjemandem Sand in die Augen streuen • iemand zand in de ogen strooien〈 informeel〉 etwas in den Sand setzen • (a) iets neerzetten; 〈 (b) figuurlijk〉iets verknallen, verprutsen〈 informeel〉 wie Sand am Meer • onnoemelijk, ontzettend veel2 auf (einen) Sand geraten • op het zand vastraken, vastlopen -
17 tierisch
tierisch♦voorbeelden: -
18 tierisch viel
-
19 wie Sand am Meer
onnoemelijk, ontzettend veel -
20 saumäßig
Страницы
- 1
- 2